schijnzelfstandigheid

  • schijn·zelf·stan·dig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord schijnzelfstandigheid
verkleinwoord

de schijnzelfstandigheidv

  1. iemand die doet alsof hij werkt als zelfstandig ondernemer maar eigenlijk onder omstandigheden werkt die te veel lijken op werken in loondienst
    • Het vorige kabinet, Rutte II, bedacht de Wet DBA om een einde te maken aan ‘schijnzelfstandigheid’. Daarvan is sprake als een bedrijf een zelfstandige zonder personeel inhuurt die volgens de wet een arbeidscontract moet krijgen. [1] 
    • De Belastingdienst gaat wat strenger optreden tegen de opdrachtgevers van zzp'ers die eigenlijk in loondienst zouden moeten werken. Tot 1 juli moesten alleen de ,,ernstigste kwaadwillenden vrezen voor boetes en naheffingen. Maar dat geldt voortaan voor iedere opdrachtgever en zelfstandige die met opzet een zzp-verhouding in stand houden, terwijl ze wel weten dat er sprake is van schijnzelfstandigheid. [2] 
    • De uitspraak is een klap voor de vakbond en de PvdA. Zij hoopten dat een gerechtelijke uitspraak over schijnzelfstandigheid Deliveroo – en mogelijk andere bedrijven – zou dwingen om meer mensen in dienst te nemen. De rechter schrijft nu dat ‘het zo moge zijn dat huidig arbeidsrecht geen rekening houdt met dit soort platformwerk’, maar ook ‘dat dit vooralsnog niet tot onaanvaardbare resultaten leidt dat tot rechtelijk ingrijpen noopt’. [3]