schijngevecht
- schijn·ge·vecht
- samenstelling van schijn zn en gevecht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schijngevecht | schijngevechten |
verkleinwoord | schijngevechtje | schijngevechtjes |
het schijngevecht o
- een onechte strijd
- ▸ Hij wilde mij met zijn wriemelende vingertjes de slapte bezorgen, het uit laten gillen, en zo tot wraakneming verleiden in de vorm van een schijngevecht.[1]
- ▸ Asscher denkt zich van Samsom te kunnen onderscheiden door zijn belangrijkste onderwerpen en zijn vermogen om stemmen te trekken. Maar zijn er werkelijke verschillen of gaat het meer om een schijngevecht? Nieuwsuur spreekt erover met drie ingewijden, die zelf nog geen kant hebben gekozen.[2]
1. een onechte strijd
- Het woord schijngevecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
- ↑ Weblink bron “Asscher gaat strijd aan met Samsom om PvdA-leiderschap” (17-10-2016), NOS