• schie·man

deschiemanm

  1. (scheepvaart) (beroep) zeevarende die belast is met de zorg voor het tuig van een (zeil)schip
vervoeging van
schiemannen

schieman

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schiemannen
    • Ik schieman. 
  2. gebiedende wijs van schiemannen
    • Schieman! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schiemannen
    • Schieman je? 
26 %van de Nederlanders;
18 %van de Vlamingen.[3]