• scherts·fi·guur
enkelvoud meervoud
naamwoord schertsfiguur schertsfiguren
verkleinwoord schertsfiguurtje schertsfiguurtjes

de schertsfiguurv / m

  1. iemand die niet ernstig genomen wordt en die men ook niet serieus hoeft te nemen
    • Biscardi was een showmaster, balanceerde op de dunne grens tussen cult- en schertsfiguur, en misschien is de enig juiste conclusie wel dat hij allebei was: een nar, die zich dommer voordeed dan hij was om zijn winkeltje draaiende te houden, een handelsreiziger in bladgoud. Hij sprak verre van perfect Italiaans, en Engels was al helemaal een ramp. Je kon er je klok op gelijk zetten: bij het begin van de uitzending kondigde hij ‘un grande sgub’ aan, een grote scoop, die vaker wel dan niet met een sisser afliep. [1] 
    • Het is een kleine Britse traditie dat er zich in het kiesdistrict van belangrijke Engelse politici ook schertsfiguren kandidaat stellen, soms simpelweg voor de lol, soms met een serieuze ondertoon. [2] 
91 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]
  1. de Standaard ZATERDAG 14 OKTOBER 2017
  2. Tubantia Cyril Rosman 09-juni-2017
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be