Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schen·kel·been
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schenkelbeen schenkelbeenderen
schenkelbenen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het schenkelbeeno

  1. (anatomie) bot in het onderbeen, vooral het zwaarste bot dat knie en enkel verbindt
  2. (zoötomie) bot in de achterpoten tussen de knie en het spronggewricht, soms ook gebruikt voor het overeenkomstige bot in een voorpoot
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen