Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scheld·ka·non·na·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scheldkanonnade scheldkanonnades
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de scheldkanonnadev

  1. stortvloed van boze uitroepen
    • Een dag na zijn vurige pleidooi waarin hij de vrijspraak van terrorist Salah Abdeslam vroeg, heeft advocaat Sven Mary zo'n veertig haat- en dreigmails gekregen. Ook zijn kinderen worden bedreigd, schrijven verschillende Vlaamse media. Zijn pleidooi in de rechtszaal was amper achter de rug of op sociale media barstte een scheldkanonnade los. [2] 
    • Famke Louise kreeg niet alleen in de zaal een scheldkanonnade te verwerken. "Ik kreeg allemaal reacties dat ik een hoer ben. Maar ik vind gewoon niet leuk als er bier gegooid wordt en daarmee mijn fans belast worden." [3] 
    • De 34-jarige man die bij de vrouw stond was daar niet van gediend en pakte gelijk een kamp van één van de politiefietsen af. Een agent die dit probeerde tegen de houden werd door de man bij zijn hand en keel vastgepakt. De beide agenten konden rekenen op een forse scheldkanonnade van de man. [4] 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
82 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen