scheerwinkel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- scheer·win·kel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van scheren ww en winkel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | scheerwinkel | scheerwinkels |
verkleinwoord | scheerwinkeltje | scheerwinkeltjes |
Zelfstandig naamwoord
- zaak waar mannen zich kunnen laten scheren
- ▸ Bevend stond ik dus midden in de scheerwinkel, zonder enig begrip nog van wat mij beving of dreef.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'scheerwinkel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.