schapenwolk
- Geluid: schapenwolk (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxapə(n)ˌwɔlək / (3 of 4 lettergrepen)
- scha·pen·wolk
- samenstelling van schaap zn en wolk zn met het invoegsel -en- , omdat ze samen het beeld van een schaapskudde oproepen [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schapenwolk | schapenwolken |
verkleinwoord | schapenwolkje | schapenwolkjes |
- (meteorologie) wolk die zich als een witte, wollige vlok aftekent tegen de hemel, meestal in een patroon van dergelijke wolken
- ▸ David loopt over het strand, de zon schijnt, schapenwolken drijven over de duinen, de zee ruist als vanouds.[2]
- ▸ De vlakke, groene omgeving oogt Hollands, de lucht is bedekt met schapenwolkjes.[3]
- ▸ Ik was net dood, steeg op naar de hemel, ins Blaue hinein, en ontwaarde Petrus. Alleen zijn ontblote bovenlichaam - mooie jongen trouwens - stak uit boven een spierwitte schapenwolk.[4]
- De meervoudsvormen worden meer gebruikt dan het enkelvoud; hetzelfde geldt voor de verkleinwoorden.
- Het woord schapenwolk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Michel Krielaars“Ga op avontuur en schrijf een verhaal” (4 mei 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Eva de Valk“Minder geweld, twee keer zo snel, en niemand is lelijk” (20 maart 2013) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Het gen van de ziel in: De Gids., jrg. 174 nr. 3 (april 2011), De Arbeiderspers, Amsterdam, p. 314