• scha·pen·huid
enkelvoud meervoud
naamwoord schapenhuid schapenhuiden
verkleinwoord schapenhuidje schapenhuidjes

de schapenhuidv / m

  1. de leren huid van een schaap waarvan het wol is afgeschoren
     Ze zag er net zo bang uit als de laatste keer dat de keizer haar had gezien, en haar hand trilde toen ze de zak van schapenhuid ophief.[1]
     De thorarol met de vijf boeken van Mozes stamt uit de 12de of 13de eeuw en is van schapenhuid gemaakt. Het Hebreeuwse heilige geschrift beschrijft hoe volgens het jodendom de wereld en de mensheid zijn ontstaan.[2]


  1. Liu Cixin
    “Het einde van de dood” (2021), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044645835
  2.   Weblink bron “Oudste thorarol gevonden” (Woensdag 29 mei 2013, 15:19), NOS