schaapscheerdersdag

  • schaap·scheer·ders·dag
enkelvoud meervoud
naamwoord schaapscheerdersdag schaapscheerdersdagen
verkleinwoord

de schaapscheerdersdagm

  1. een dag die in het teken van het scheren van schapen staat
    • Op de schaapscheerdersdag zijn van 10.00 tot 17.00 uur standhouders te vinden met oude ambachten en streekproducten. Een bijenkorfvlechter, een stoelenmatter, een imker, glas-in-loodbewerking, een goastokmaker maar ook oogstsymbolen uit roggearen, een smid en een touwslager. De schaapherder beantwoordt vragen. Hoofdmoot is natuurlijk het scheren van de schapen, wat handmatig gebeurt. Entree voor deze schaapscheerdersdag: 3,50 euro. [1] 
    • Landschap Overijssel houdt z’n schaapscheerdersdag dit jaar in het Wierdense Veld. Wat de organisatie betreft voor het publiek ook een mooie gelegenheid tot een nadere kennismaking met een bijzonder gebied. [2]