• schaam·schot
enkelvoud meervoud
naamwoord schaamschot schaamschotten
verkleinwoord

het schaamschoto

  1. tussenschot in een openbare ruimte dat de privacy moet bevorderen, met name gebruikt om naast elkaar gelegen urinoirs (bet. 2) van elkaar af te schermen
    • Artikel 9, eerste lid, van de Regeling eisen verblijfsruimte penitentiaire inrichtingen van 24 december 1998 eiste dat het sanitair in de verblijfsruimten is afgeschermd door middel van een schaamschot.[1]