scannen
- scan·nen
- uit het Engels
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
scannen |
scande |
gescand |
zwak -d | volledig |
scannen
- overgankelijk, (informatica) optisch lezen, aftasten
- We moesten de documenten nog scannen en opsturen.
- (natuurkunde), (scheikunde) een meting verrichten als functie van een veranderende grootheid
- overgankelijk, door heen en weer bewegen van de ogen de omgeving aftasten
- ▸ Mijn ogen scanden de grond op slangen en het leek bijna alsof ik ’s nachts mijn oren kon draaien naar de kleinste geluidjes toe.[1]
- Het woord scannen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scannen" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be