scande
- scan·de
vervoeging van |
---|
scannen |
scande
- enkelvoud verleden tijd van scannen
- Ik scande.
- Jij scande.
- Hij, zij, het scande.
- Ik scande.
- Het woord scande staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
scannen |
scande