satureren
- sa·tu·re·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
satureren |
satureerde |
gesatureerd |
zwak -d | volledig |
satureren [2]
- Het woord satureren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.