satureerde
- Geluid: satureerde (hulp, bestand)
- sa·tu·reer·de
vervoeging van |
---|
satureren |
satureerde
- enkelvoud verleden tijd van satureren
- Ik satureerde.
- Jij satureerde.
- Hij, zij, het satureerde.
- Ik satureerde.
- Het woord satureerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.