sanka
Niet te verwarren met: Sanka |
- san·ka
- van Papiaments sanka
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sanka | sanka's |
verkleinwoord |
de sanka m
- (straattaal) (anatomie) stevig achterste, volle bil(len)
- ▸ (…) zoals iedereen al jaren weet, zijn rappers dol op dikke konten en ze bezingen die ook veel, en dat is heel fijn voor mensen zoals ik. En wat nog leuker is, is dat ze er natuurlijk weer veel andere woorden voor hebben bedacht, zoals "sanka" en "akka".[1]
- ▸ De weg naar algehele ‘fitness’ moet je zien als de weg naar grootmoeders’ huis. Grootmoeders’ huis is hierbij jouw eindstation. Dat kan zijn het hebben van een sanka als Jen Selter of 1,2 miljoen volgers op Instagram. In de realiteit is er geen eindstation voor algehele ’fitness’ en veel doelen zijn erg onrealistisch.[2]
- Het woord 'sanka' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sanka" herkend door:
3 % | van de Nederlanders; |
12 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Weblink bron Aaf Brandt Corstius“Dankzij Nederlandse rap heb ik een nieuw gevonden liefde voor dikke konten” (25 september 2018) op volkskrant.nl
- ↑ Weblink bron Ronald“Fitgirls.nl: Waarom jij diëten nooit volhoudt en wat je eraan kan doen” (13 mei 2016) op fitgirls.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- san·ka
Naar frequentie | 21817 |
---|
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | sanka sanket |
mer sanka mer sanket |
mest sanka mest sanket |
o enkelvoud | sanka sanket | |||
meervoud | sanka sankete sankede | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
sanka sankete sankede |
mer sanka mer sanket |
mest sanka mest sankete mest sankede |
sanka
sanka
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sanke
sanka
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sanke
har sanka
- onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van sanke
- san·ka
sanka
stellend | vergrotend | overtreffend | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald (sterk) |
m/v enkelvoud | sanka | meir sanka | mest sanka |
o enkelvoud | sanka | |||
meervoud | sanka | |||
bepaald (zwak) |
enkelvoud en meervoud |
sanka | meir sanka | mest sanka |
sanka
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast sanke, zie aldaar
sanka
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sanka
sanka
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sanka
har sanka
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van sanka
sanka
- gebiedende wijs van sanka
sanka
- verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sanke
sanka
- voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sanke
har sanka
- voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van sanke
sanka
- gebiedende wijs van sanke
enkelvoud | meervoud |
---|---|
sanka | sankakuna |
sanka