samozřejmost
- IPA: /samɔzr̝ɛjmɔst/
- sa·mo·zřej·most
- Afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord samozřejmý met het achtervoegsel -ost
samozřejmost v
- vanzelfsprekendheid; iets dat zo logisch te verwachten is dat men het niet expliciet hoeft te vertellen of te bewijzen
- «Vzal to jako samozřejmost.»
- Hij nam dat als een vanzelfsprekendheid.
- «Vzal to jako samozřejmost.»