sabelsprinkhaan
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·bel·sprink·haan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van sabel zn en sprinkhaan zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sabelsprinkhaan | sabelsprinkhanen |
verkleinwoord | sabelsprinkhaantje | sabelsprinkhaantjes |
Zelfstandig naamwoord
de sabelsprinkhaan m
- (rechtvleugeligen) Tettigoniidae sprinkhaan uit een familie van insecten behorend tot de orde rechtvleugeligen (Orthoptera) waarvan het wijfje een sabelvormige legboor heeft
Hyponiemen
- boomsprinkhaan, bramensprinkhaan, dikbuiksprinkhaan, dobbelsteensprinkhaan, duinsabelsprinkhaan, Duits propje, gewoon spitskopje, greppelsprinkhaan, grote groene sabelsprinkhaan, grote spitskop, heidesabelsprinkhaan, kleine groene sabelsprinkhaan, kleine wrattenbijter, lichtgroene sabelsprinkhaan, mormonenkrekel, oostelijke struiksprinkhaan, sikkelsprinkhaan, struiksprinkhaan, wrattenbijter, zaagsprinkhaan, zadelsprinkhaan, zuidelijk spitskopje, zuidelijke boomsprinkhaan, zuidelijke sikkelsprinkhaan
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord sabelsprinkhaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.