Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·bel·sprink·haan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sabelsprinkhaan sabelsprinkhanen
verkleinwoord sabelsprinkhaantje sabelsprinkhaantjes

Zelfstandig naamwoord

de sabelsprinkhaanm

  1. (rechtvleugeligen) Tettigoniidae   sprinkhaan uit een familie van insecten behorend tot de orde rechtvleugeligen (Orthoptera) waarvan het wijfje een sabelvormige legboor heeft
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen