bramensprinkhaan

Nederlands

vrouwtje

Uitspraak

• Geluid:  bramensprinkhaan    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• bra·men·sprink·haan

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  braam zn  en  sprinkhaan zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bramensprinkhaan	bramensprinkhanen
verkleinwoord	bramensprinkhaantje	bramensprinkhaantjes

Zelfstandig naamwoord

de bramensprinkhaan m

1. (rechtvleugeligen) Pholidoptera griseoaptera  een insect uit de sprinkhanenfamilie sabelsprinkhanen (Tettigoniidae), onderfamilie Tettigoniinae

Hyperoniemen

• sabelsprinkhanen, rechtvleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'bramensprinkhaan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.