sabbatsverlof
- sab·bats·ver·lof
- samenstelling van sabbat en verlof met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sabbatsverlof | sabbatsverloven |
verkleinwoord | sabbatsverlofje | sabbatsverlofjes |
het sabbatsverlof o
- een periode waarin mensen vrij nemen (of betaald vrij krijgen) van hun gewone beroepsbezigheden
- Het woord sabbatsverlof staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.