• søn·dags·sko·le
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden søndag en skole met het invoegsel -s-
Naar frequentie 41820
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   søndagsskole     søndagsskolen     søndagsskoler     søndagsskolerne  
genitief   søndagsskoles     søndagsskolens     søndagsskolers     søndagsskolernes  

søndagsskole, g

  1. (onderwijs), (religie) zondagsschool
    «I dag har alle lande, hvor evangeliet prædikes, søndagsskoler
    Tegenwoordig zijn in alle landen waar het evangelie wordt verkondigd zondagsscholen.


  • søn·dags·sko·le
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden søndag en skole met het invoegsel -s-
Naar frequentie 69014
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   søndagsskole     søndagsskolen     søndagsskoler     søndagsskolene  
genitief   søndagsskoles     søndagsskolens     søndagsskolers     søndagsskolenes  

søndagsskole, m

  1. (onderwijs), (religie) zondagsschool
    «Mange i dagens foreldregenerasjon gikk på søndagsskolen da de var barn.»
    Velen van de huidige oudergeneratie gingen naar de zondagsschool toen ze nog kinderen waren.


  • søn·dags·sko·le
  • Samenstelling van de Nynorske zelfstandige naamwoorden søndag en skole met het invoegsel -s-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   søndagsskole     søndagsskolen     søndagsskolar     søndagsskolane  

søndagsskole, m

  1. (onderwijs), (religie) zondagsschool
    «Den første søndagsskulen i Noreg vart organisert i Ås i 1730-åra.»
    De eerste zondagsschool in Noorwegen werd georganiseerd in Ås in de jaren 1730.