Nederlands

 
ruimtevaartuig
Uitspraak
Woordafbreking
  • ruim·te·vaar·tuig
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ruimtevaartuig ruimtevaartuigen
verkleinwoord ruimtevaartuigje ruimtevaartuigjes

Zelfstandig naamwoord

het ruimtevaartuigo

  1. (luchtvaart) vervoermiddel ontworpen voor reizen buiten de dampkring, dat wil zeggen voor ruimtevaart
    • de extraterraan stapte uit zijn ruimtevaartuig en zei: breng me naar uw president 
     De Tianwen-1 bereikte Mars in februari 2021. Op het oppervlak werd een robotvoertuig gezet, terwijl het onbemande ruimtevaartuig de planeet inspecteerde vanuit de ruimte. Sinds begin vorig jaar cirkelde het ruimtevaartuig dertienhonderd keer om de planeet, melden Chinese staatsmedia woensdag.[1]
Synoniemen
Vertalingen
   1. zie: ruimteschip   

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Chinees ruimtevaartuig verzamelt beelden van zuidpool op Mars” (29 juni 2022), NU.nl