• rot·te·ken·gu·ru·er
Naar frequentie
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   -     -     rottekenguruer     kengururottene  
genitief   -     -     rottekenguruers     kengururottenes  

rottekenguruer mv

  1. (buideldieren) (taxonomisch) kangoeroeratten, ratkangoeroes