Vannacht sla ik een kwartiertje mijn winterdons open. Buik bloot. Al die muggen mogen mij komen steken in mijn eerste vetrol van dit jaar. Een week geleden had ik die rotbeesten nog zonder verpinken doodgeslagen. Herfst en winter maken mij week. [1]
Haar broer heeft toen alle schapen opgehaald en een paar dagen in de fruitgaard naast het woonhuis laten staan. Tussen de appel- en de perenbomen. ‘Dicht bij huis, dat gaf hen rust.’ Haar broer is er nóg boos om. ‘Dat rotbeest valt schapen aan’, zei hij. ‘Míjn schapen.’ [2]
„Je wordt niet serieus genomen, soms zelfs uitgelachen, diep triest”, schrijft Mario in een reactie op mijn column ’Door zo’n klein rotbeestje’ van 2 juni. „En intussen zie je dat je partner steeds zieker wordt en geen hulp krijgt”, vervolgt hij. [3]