roraimaboomloper
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- ro·rai·ma·boom·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
- geoniem, samenstelling van Roraima en "nationaal park, deelstaat en berg in Brazilië " en boomloper zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roraimaboomloper | roraimaboomlopers |
verkleinwoord | roraimaboomlopertje | roraimaboomlopertjes |
Zelfstandig naamwoord
de roraimaboomloper m
- (zangvogels) Roraimia adusta een zangvogel uit de familie Furnariidae (ovenvogels). Deze soort telt 4 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'roraimaboomloper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.