roodoogkoevogel
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- rood·oog·koe·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van roodoog zn en koevogel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodoogkoevogel | roodoogkoevogels |
verkleinwoord | roodoogkoevogeltje | roodoogkoevogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de roodoogkoevogel m
- (zangvogels) Molothrus aeneus een zangvogel uit de familie troepialen (Icteridae). Deze soort komt voor van de zuidwestelijke Verenigde Staten tot Panama en telt 3 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'roodoogkoevogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.