roodkopbospatrijs

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  roodkopbospatrijs    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• rood·kop·bos·pa·trijs

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  roodkop zn  en  bospatrijs zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	roodkopbospatrijs	roodkopbospatrijzen
verkleinwoord	roodkopbospatrijsje	roodkopbospatrijsjes

Zelfstandig naamwoord

de roodkopbospatrijs m

1. (hoendervogels) Haematortyx sanguiniceps  een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1879 door Richard Bowdler Sharpe . De soort komt voor in de bergen op Borneo

Hyperoniemen

• fazantachtigen, hoendervogels, vogels, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'roodkopbospatrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.