roodkeelstrandloper

Nederlands

 
Exemplaar in winterkleed.
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • rood·keel·strand·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord roodkeelstrandloper roodkeelstrandlopers
verkleinwoord roodkeelstrandlopertje roodkeelstrandlopertjes

Zelfstandig naamwoord

de roodkeelstrandloperm

  1. (steltloperachtigen) Calidris ruficollis   een vrij kleine trekvogel uit de familie van de strandlopers en snippen (Scolopacidae). Het broedt in Oost-Siberië en Alaska en komt voor als doortrekker en wintergast aan de kusten van Oost-Azië en Australië
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie