roodkeelstrandloper
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- rood·keel·strand·lo·per
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van rood bn, keel zn en strandloper zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodkeelstrandloper | roodkeelstrandlopers |
verkleinwoord | roodkeelstrandlopertje | roodkeelstrandlopertjes |
Zelfstandig naamwoord
de roodkeelstrandloper m
- (steltloperachtigen) Calidris ruficollis een vrij kleine trekvogel uit de familie van de strandlopers en snippen (Scolopacidae). Het broedt in Oost-Siberië en Alaska en komt voor als doortrekker en wintergast aan de kusten van Oost-Azië en Australië
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'roodkeelstrandloper' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.