roodheid
- rood·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodheid | |
verkleinwoord |
de roodheid v
- (medisch) rode kleurverandering van de huid, ontstaan als gevolg van vaatverwijding
- De komende dagen ligt de zonkracht in Amsterdam waarschijnlijk rond de vijf, waarbij de huid al na twintig minuten kan verbranden. Bij zonkracht drie kan een ongewende huid na 35 minuten in de zon verbranden. De roodheid en pijn ontstaan echter pas uren later.[2]
- Om goed te kunnen onderzoeken hoe de huid er 'van binnen' uitziet is er een soort van digitaal fototoestel waar je met het hoofd in gaat. Op het scherm wordt dan heel schematisch en confronterend zichtbaar waar de roodheid (couperose) zit, hoe het met de UV-vlekken gesteld is (sproeten, pigmentvlekken), rimpels en nog zo wat ontnuchterende zaken.[3]
- Het woord roodheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "roodheid" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Het Parool 20 APRIL 2018 Zomerse vrijdag en een warm weekend in aantocht
- ↑ de Telegraaf 06 jan. 2016 Appelwangen: wat doe je eraan?
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be