roodbekwever
- (IPA in voorbereiding)
- rood·bek·we·ver
- samenstelling van roodbek zn en wever zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodbekwever | roodbekwevers |
verkleinwoord | roodbekwevertje | roodbekwevertjes |
de roodbekwever m
- (zangvogels) Quelea quelea een Afrikaanse wevervogel. De soort wordt beschouwd als de meest voorkomende wilde vogelsoort, met een geschatte populatie van maximaal anderhalf miljard dieren
- Het woord 'roodbekwever' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.