• rond·draai·end
vervoeging van: ronddraaien
verbogen vorm: ronddraaiende

ronddraaiend

  1. onvoltooid deelwoord van ronddraaien
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen ronddraaiend ronddraaiender ronddraaiendst
verbogen ronddraaiende ronddraaiendere ronddraaiendste
partitief ronddraaiends ronddraaienders -

ronddraaiend

  1. om zijn as cirkelend
    • Maar ook de ronddraaiende kopjes, de zweefmolen en de eendenbootjes waren een groot succes. [1] 
    • Wat er zondag ook gebeuren mag met Max Verstappen, het Wilhelmus klonk vandaag al in Bakoe. Er was een Koningsdagfeestje van de Nederlandse ambassade, in de ronddraaiende Sky Bar van het Hilton. [2] 
    • Vooral databeveiligers, al dan niet voorzien van aluminium hoedjes, schreeuwen moord en brand om het ronddraaiende weggevertje. [3] 


  1. Tubantia 21-08-17 Legendarische speeltuinen in Twente
  2. Tubantia Arjan Schouten 27-04-18 Bitterballen en bier in Bakoe
  3. Tubantia David van der Heeden 12-06-18 'Virusventilatortje' zorgt voor opwinding tijdens top Trump en Kim