• ron·chus
enkelvoud meervoud
naamwoord ronchus ronchi
verkleinwoord - -

ronchus

  1. (medisch) reutelend geruis in ademhalingswegen
     Het kind laat zich gemakke1ijk onderzoeken, en hierbij zijn, behoudens een enkele ronchus aan beide zijden, geen afwijkingen te vinden.[2]
  • rhonchus (officiële spelling tot 1955; de schrijfwijze met rh is gangbaar in medische teksten) [3]
  1.   Weblink bron “Pinkhof : rhonchus” (2012) op ivdnt.org
  2.   Weblink bron
    Huizinga, Eelco
    “Klinische studie over vreemde lichamen in den dieperen spijs- en luchtweg”, proefschrift (1924), Rijksuniversiteit Groningen, p. 22 op rug.nl
  3.   Weblink bron “Pinkhof : rh-” (2012) op ivdnt.org