twee heren met rokkostuum
  • rok·kos·tuum
enkelvoud meervoud
naamwoord rokkostuum rokkostuums
verkleinwoord

het rokkostuumo [1]

  1. avondkleding die mannen dragen bij gala's en ceremoniële bijeenkomsten
    • Quirijnen, voorzitter van de beroepsvereniging Uitvaartunie Vlaanderen, ziet ook ruimte om de sector die hij al dertig jaar kent, te moderniseren. ‘We willen het gebeuren af van het klassieke rokkostuum en de grote Amerikaanse auto’s’, zegt hij. ‘Wij willen het hele uitvaartgebeuren toegankelijker maken.’ [2] 
    • Enschede heeft zich officieel aangemeld voor de Distinguished Gentleman's Ride en conformeert zich daarmee aan de algemene regels en voorwaarden ten aanzien van veiligheid, snelheid, verzekering en 'dresscode': geen leren jacks, maar rokkostuums met zwaluwstaarten en een 'hoge zijde' op het hoofd, strakke streepjespakken met gilets, smokings met vlinderdassen en andere chique outfits. [3] 
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard MAANDAG 7 AUGUSTUS 2017
  3. Tubantia Ben Lensink 21-september-2017