rohypnol
- ro·hyp·nol
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘slaapmiddel dat met drugs het geweten uitschakelt’ voor het eerst aangetroffen in 1992 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rohypnol | - |
verkleinwoord | rohypnolletje | rohypnolletjes |
- (farmacologie) middel dat een droomtoestand veroorzaakt met vermindering van de gewetensfunctie waarbij men zich later niet meer kan herinneren wat er gebeurd is.
- Het woord rohypnol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rohypnol" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "rohypnol" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ rohypnol op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be