roetboszanger
- (IPA in voorbereiding)
- roet·bos·zan·ger
- samenstelling van roet en boszanger zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roetboszanger | roetboszangers |
verkleinwoord | roetboszangertje | roetboszangertjes |
de roetboszanger m
- (zangvogels) Phylloscopus fuligiventer een zangvogel uit de familie Phylloscopidae . Deze soort komt voor in Bangladesh, Bhutan, China, India en Nepal en telt 3 ondersoorten
- Het woord 'roetboszanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.