roepia
  • roe·pia
  • Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘munteenheid van Indonesië’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1700 [1]
  • van Indonesisch rupiah
enkelvoud meervoud
naamwoord roepia roepia's
verkleinwoord

de roepiam [2]

  1. (valutanaam) munteenheid officieel bekend als Indonesische roepia en die alleen daarom uniek naar Indonesië verwijst omdat de naam 'roepia' bij geen enkele andere valuta in de wereld gebruikt wordt
    • Munten zoals de Indonesische roepia de Thaise baht of de Mexicaanse peso noteren nog lager dan een jaar geleden, maar in 2016 is de val gestopt. De Braziliaanse real noteert zelfs een paar procent hoger dan begin dit jaar. [3] 
    • De voorheen vervallen wijk in de stad Randusari kreeg 300 miljoen Indonesische roepia (ongeveer 20.000 euro) van de gemeenteraad voor een opknapbeurt. De huisjes werden in regenboogkleuren geverfd in de hoop dat er meer toeristen naar de wijk zouden komen. En met succes, want de toeristen trekken met bosjes naar de kleurrijke wijk om foto’s te maken en ze op Instagram te zetten. [4] 
70 % van de Nederlanders;
32 % van de Vlamingen.[5]