rododendroncicade

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  rododendroncicade    (hulp, bestand)

• (IPA in voorbereiding)

Woordafbreking

• ro·do·den·dron·ci·ca·de

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  rododendron zn  en  cicade zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rododendroncicade	rododendroncicades
verkleinwoord	rododendroncicadetje	rododendroncicadetjes

Zelfstandig naamwoord

de rododendroncicade v

1. (halfvleugeligen) Graphocephala fennahi  een cicade uit de familie van de dwergcicaden (Cicadellidae)

Hyperoniemen

• dwergcicaden, zingcicadeachtigen, cicaden, halfvleugeligen, insecten, zespotigen, geleedpotigen, dieren

Gangbaarheid

• Het woord 'rododendroncicade' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.