Mannetje
  • (IPA in voorbereiding)
  • ro·de rots·haan
enkelvoud meervoud
naamwoord rode rotshaan rode rotshanen
verkleinwoord rood rotshaantje rode rotshaantjes

de rode rotshaanm

  1. (zangvogels) Rupicola peruvianus   een zangvogel uit de familie van de cotinga's (Cotingidae). Het mannetje, dat zo’n 30 centimeter groot wordt, heeft een opvallend rode (soms oranjeachtige) kuif, die kan worden opgezet. Ook de borst en rug zijn rood en de vleugels en de staart zijn zwart. Het vrouwtje is kaneelbruin en heeft geen kuif