rioleringsstelsel

  • ri·o·le·rings·stel·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord rioleringsstelsel rioleringsstelsels
verkleinwoord

het rioleringsstelselo

  1. het netwerk van rioolbuizen en andere voorzieningen die nodig zijn voor de afvoer van overbodig (en vervuild) water uit de bebouwde omgeving
     Het aanleggen van een extra rioolbuis, zoals in Ede gebeurt, is niet voor elke gemeente haalbaar. "Het is heel duur om het rioleringsstelsel aan te passen. Veel gemeenten zullen daardoor naar andere mogelijkheden moeten kijken."[2]
     Het paleis zal vanaf volgend jaar tot en met 2017 worden hersteld en gerenoveerd. Daarna gaan de koning en zijn gezin er wonen. De kosten worden geraamd op 35 miljoen euro. Voor dat geld worden alle technische installaties, het rioleringsstelsel en de kabels vervangen, worden wanden, vloeren en plafonds vernieuwd, worden daken en gevels gerestaureerd, wordt asbest verwijderd, wordt de tuin opnieuw ingericht en wordt de veiligheid verbeterd.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Dubbele rioolbuizen en hogere wijken tegen zwaardere regenbuien” (Donderdag 2 juni 2016, 17:24), NOS
  3.   Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Beatrix wilde geen bouwvakkers over de vloer” (Vrijdag 19 december 2014, 17:59), NOS