rijknecht

Nederlands

rijknecht-majoor en twee rijknechten vóór de koets

Uitspraak

• Geluid:  rijknecht    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rij·knecht

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  rij ww  en  knecht zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	rijknecht	rijknechten rijknechts
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rijknecht m

1. (beroep) iemand die paarden verzorgt en erop rijdt

   • Een van de rijtuigen is de Gala Berline met een achtspan Gelderse paarden. Deze wordt voorafgegaan door een rijknecht-majoor en twee rijknechten. Verder zijn er ruiters van de Koninklijke Marechaussee, Cavalerie en de Bereden Ere Escortes van de politie. De kleding, tuigage en aanspanningen zijn hetzelfde als met Prinsjesdag. Alleen de Gouden Koets ontbreekt.  
   • Tot aan het IDL worden de stoffelijke resten van Claus begeleid door een bereden escorte van de politie Haaglanden, bereden ere–escorte Koninklijke Marechaussee, bereden ere–escorte politie en een rijknecht–majoor en twee keer een rijknecht. Dan komt de lijkkoets. Dan volgen twee bereden adjudanten van de koningin, een bloemenrijtuig, een bereden ere–escorte van de cavalerie en een volgrijtuig.  

Synoniemen

• stalknecht

Verwante begrippen

• palfrenier

Vertalingen

    1. iemand die paarden verzorgt en erop rijdt   

Engels: groom (en), stable hand (en), stableman (en)

Gangbaarheid

• Het woord rijknecht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rijknecht" herkend door:

83 %	van de Nederlanders;
70 %	van de Vlamingen.