Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rijk·ge·scha·keerd
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen rijkgeschakeerd
verbogen rijkgeschakeerde
partitief rijkgeschakeerds

Bijvoeglijk naamwoord

rijkgeschakeerd

  1. heel gevarieerd; met veel diversiteit
     In gedachten verzonken, vol van een bloeiend, rijkgeschakeerd, en Levin ver en vreemd innerlijk leven keek zij langs hem heen naar de zich kleurende oostelijke hemel.[1]
     Mijn Angolese collega Custodio (landbouwkundige) vertelde mij destijds, uitkijkend over die heuvels, dat deze omgeving eens een zeer groen en divers landschap was, maar dat inmiddels nagenoeg alle bomen gekapt en alle dieren omgelegd waren. Voor houtvuur, landbouw en consumptie. „Dit komt”, vervolgde Custodio, „doordat onze rijkgeschakeerde, oude culturen vervangen zijn door een soort opportunistisch, postkoloniaal Coca Cola-kapitalisme: een slechte kopie van de westerse kapitalistische consumptiemaatschappij, die de rijken hier rijker maakt en de armen en ons landschap uitzichtloos achterlaat.”[2]
Synoniemen


Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Anna Karenina”   (1877), G.A. van Oorschot  , ISBN 9789028276062
  2.   Weblink bron
    Hans Valkenburg
    “Conservatieven en natuurbeschermers staan voor dezelfde strijd” (30 augustus 2019), Reformatorisch Dagblad