rijgsteek
- rijg·steek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijgsteek | rijgsteken |
verkleinwoord | rijgsteekje | rijgsteekjes |
de rijgsteek m
- eenvoudige, losse manier van naaien om twee stukken stof provisorisch aan elkaar vast te maken
- Het noodzakelijke tegenwicht bieden de lange termijn-trends die met weinigzeggende begrippen als "eerlijkheid", "comfort en functie", en "traditie en ambacht' aangeduid worden en inderdaad wel heel down to earth zijn. "Eerlijk' en "natuurlijk' blijven de sleutelwoorden voor de zich allengs nadrukkelijker manifesterende eco-trend. Púúr natuur? Die door fabrikanten aangebrachte rafels, zorgvuldige geplaatste "slordige' rijgsteken en andere zichtbare afwerkingen? Gloednieuwe "tot op de draad versleten' rokken en jasjes, wekken toch vooral de lachlust, zeker als je de prijskaartjes ziet. [2]
- De oude Egyptenaren gooiden niets weg. Kleding werd eindeloos gerepareerd of hergebruikt, zoals te zien is in het Leids museum. Soms verstelde men het weefsel met behulp van een rijgsteek, andere keren met een rolnaad. Als een kledingstuk hopeloos versleten was, scheurde men de stof in repen en gebruikte die als windsels voor een mummie - of als toiletpapier. [3]
1. eenvoudige, losse manier van naaien om twee stukken stof provisorisch aan elkaar vast te maken
- Het woord rijgsteek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rijgsteek" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Edith Schoots 11 maart 1993 Kleuren en dessins voor de zomer van 1994
- ↑ NRC Joanita Vroom 17 november 1994 De kleren van de farao
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be