rijgnaald
- rijg·naald
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijgnaald | rijgnaalden |
verkleinwoord |
- platte naald met een wijd oog en een stompe punt die men gebruikt bij het rijgen van een draad om twee stukken stof aan elkaar vast te maken
- Het woord rijgnaald staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rijgnaald" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be