riel

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  riel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• riel

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Khmer, in de betekenis van ‘munteenheid van Cambodja’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1955

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	riel	riels
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

riel

1. (financieel) (eigenlijk Cambodjaanse riel), munteenheid van Cambodja

Hyponiemen

• Cambodjaanse riel

Vertalingen

    1.   

Engels: rhyl (en)

Spaans: riel (es) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord 'riel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Spaans

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Woordafbreking

• riel

enkelvoud	meervoud
riel	rieles

Zelfstandig naamwoord

riel m

1. (spoorwegen) spoorstaaf, rail

Synoniemen

• raíl, rail, carril

Verwijzingen

• riel in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española