riddereed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rid·der·eed
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | riddereed | riddereden |
verkleinwoord | riddereedje | riddereedjes |
Zelfstandig naamwoord
de riddereed m
- plechtige, bindende belofte die een nieuwe ridder aflegt als hij tot ridder geslagen wordt
Vertalingen
1. plechtige, bindende belofte die een nieuwe ridder aflegt als hij tot ridder geslagen wordt
Gangbaarheid
- Het woord 'riddereed' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "riddereed" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be