• ribb-·ben
  • Samenstelling van de Noorse zelfstandige naamwoorden ribb, een koppelteken en ben.
Naar frequentie > 50000
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   ribb-ben     ribb-benet     ribb-ben     ribb-bena
ribb-benene  
genitief   ribb-bens     ribbenets     ribb-bens     ribb-benas
ribb-benenes  

ribb-ben o

  1. (anatomie) rib
  • knekke et ribb-ben
een rib breken
  • være så mager at en kan telle ribb-bena
zo dun zijn dat je de ribben kan tellen