reticulair
- Geluid: reticulair (hulp, bestand)
- re·ti·cu·lair
- afgeleid van het Franse réticulaire met het achtervoegsel -air [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | reticulair | reticulairder | reticulairst |
verbogen | reticulaire | reticulairdere | reticulairste |
partitief | reticulairs | reticulairders | - |
reticulair
- de gedaante van een netwerk hebbend
- De hersenen bevatten een reticulaire formatie.
1. de gedaante van een netwerk hebbend
- Het woord reticulair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "reticulair" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ reticulair op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be