Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • res·tant·be·wijs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord restantbewijs restantbewijzen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het restantbewijso

  1. (economie) bewijs dat afgegeven wordt voor het verschil dat overblijft wanneer een fonds niet precies deelbaar is door het bedrag van de kleinste stukken
  2. (handel) overblijvend bewijs van aandeel bij kapitaalsreorganisatie
Verwante begrippen

Gangbaarheid