repraesentare
- IPA: /ˌrɛpraɛ̯sɛnˈtaːrɛ/
- re·prae·sen·ta·re
- Afgeleid van praesentare (met het voorvoegsel prae-) met het voorvoegsel re-.
stamtijd | |||
---|---|---|---|
infinitief | 1e pers. enk. ind. praes. act. |
1e pers. enk. ind. perf. act. |
supinum |
rĕpraesĕntāre | rĕpraesĕnto | rĕpraesĕntāvi | rĕpraesĕntātum |
eerste vervoeging | volledig |
rĕpraesĕntāre
- verwezenlijken, (een doel of project) realiseren
- doen herleven (over); postklassiek: een vroegere stroming opnieuw laten gelden
- contant betalen, de kosten voldoen