Nederlands

 
1. Een geparkeerde remorque.
Uitspraak
Woordafbreking
  • re·mor·que
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord remorque remorquen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de remorquem

  1. (verkeer) kleine wagen voor vervoer van spullen die aan een trekhaak achter een auto kan worden vastgemaakt
     Na een bruusk remmanoeuvre voor een wagen die plots rechts uit de Edestraat kwam, schoot een aanhangwagen los nadat de as afbrak. De remorque beschadigde daarbij de wagen die hem trok, alsook de BMW die uit de Edestraat kwam.[1]
Synoniemen
Opmerkingen

Gangbaarheid

  • frequentie in teksten in het Nederlands uit België, op een 7-puntsschaal: [2]
        2
  • frequentie in teksten uit België, vergeleken met die in Nederland, op een 7-puntsschaal: [2]
        4

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Het Laatste Nieuws in:
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, remorque
  2. 2,0 2,1 2,2
    Ludo Permentier & Rik Schutz
    “Typisch Vlaams. 4000 woorden en uitdrukkingen” (2015), Davidsfonds, Leuven, ISBN 9789059086517, remorque


Frans

enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  remorque     la remorque     remorques     les remorques  

Zelfstandig naamwoord

remorque v

  1. aanhangwagen